ECLI:NL:RBDHA:2020:2245

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 februari 2020
Publicatiedatum
13 maart 2020
Zaaknummer
C/09/587613 / FA RK 20-374
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging met beperkte vormen van verplichte zorg in het kader van geestelijke gezondheidszorg

Op 10 februari 2020 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren op [geboortedag] 2000, die momenteel verblijft in een accommodatie. De beschikking is het resultaat van een verzoek van de officier van justitie, ingediend op 27 januari 2020, om verplichte zorg te verlenen op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een (ongespecificeerde) schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis, die leidt tot ernstig nadeel. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn, waardoor verplichte zorg noodzakelijk is.

Tijdens de zitting op 10 februari 2020 is betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat mr. J.B. Peters, gehoord. De advocaat heeft verweer gevoerd tegen het verzoek en gepleit voor afwijzing, of in ieder geval voor beperking van de duur van de verplichte zorg. De psychiater heeft aangegeven dat een ontslaggesprek met betrokkene en zijn vader gepland zal worden, en dat voortzetting van de opname nog ongeveer vier weken nodig is. De rechtbank heeft de verzoeken beoordeeld en besloten dat de verplichte zorg kan worden verleend, maar met beperkingen. De zorgmachtiging is verleend voor een periode van zes maanden, met specifieke voorwaarden voor medicatie, communicatiebeperkingen en opname in een accommodatie.

De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend met de nadruk op de noodzaak van de zorg en de afwezigheid van minder bezwarende alternatieven. De beschikking is uitgesproken ter openbare zitting en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 14 februari 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/587613 / FA RK 20-374
Datum beschikking: 10 februari 2020

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Beschikkingnaar aanleiding van het op 27 januari 2020 door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de man] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 2000 te [geboorteplaats]
wonende te [woonplaats]
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats] ,
advocaat: mr. J.B. Peters te Zoetermeer.

ProcesverloopHet procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 27 januari 2020.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een op 23 januari 2020 ondertekende medische verklaring van [psychiater 1] , die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij zijn behandeling betrokken was;
- een zorgkaart van 21 januari 2020 met bijlagen;
- een zorgplan van 21 januari 2020 met bijlagen;
- een beoordeling van de geneesheer-directeur op het zorgplan van 24 januari 2020;
- een afschrift van de politiemutaties.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 10 februari 2020.
Ter zitting zijn de volgende personen door de rechtbank gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- de [psychiater 2] .
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet ter zitting verschenen.

Standpunten ter zitting

Door en namens betrokkene is ter zitting verweer gevoerd tegen het verzoek. Er is op dit moment geen sprake meer van ernstig nadeel waarvoor het verlenen van verplichte zorg noodzakelijk zou zijn middels een zorgmachtiging. De advocaat bepleit derhalve primair om afwijzing van het verzoek. Subsidiair bepleit de advocaat de duur van de verplichte zorg in de vorm van opname in een accommodatie te beperken tot een periode van vier weken, gelet op het naderende ontslag van betrokkene. Ten aanzien van de verplichte zorg in de vorm van het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, stelt de advocaat dat deze zorg dient te worden beperkt tot het beperken van de communicatie met de moeder en de broer van betrokkene. De vader kan, in overleg met de behandelaren van betrokkene, belast worden met de uitvoering van deze zorg
De psychiater heeft ter zitting aangevoerd dat hij voornemens is een ontslaggesprek met betrokkene en zijn vader in te plannen. Voortzetting van de opname zal nog ongeveer vier weken nodig zijn, zodat onder andere kan worden geoefend met logeren bij de vader. Het beperken van de communicatie met de broer en de moeder van betrokkene ziet alleen op momenten van decompensatie, vanwege hun gedeelde psychose. Op dit moment is contact wel mogelijk. Beslissingen ten aanzien van het al dan niet toepassen van verplichte zorg, zou onder de verantwoordelijkheid van de behandelaren moeten komen en niet bij de vader.

Beoordeling

Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een (ongespecificeerde) schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige immateriële schade;
- ernstige verwaarlozing.
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. In aansluiting op de ter zitting door de psychiater verzochte vormen van verplichte zorg, is de mogelijkheid tot het toepassen van de volgende verplichte zorg noodzakelijk:
- toedienen van medicatie;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
- opnemen in een accommodatie.
De rechtbank is daarbij van oordeel dat de duur van de twee laatstgenoemde vormen van zorg kunnen worden beperkt tot een periode van vier weken. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat deze vormen van zorg enkel toe te passen zijn tijdens een klinische behandeling en gelet op het voornemen van de behandelaren toe te werken naar ontslag van betrokkene binnen enkele weken. Ook de verplichte zorg tot het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten zal worden toegewezen, echter slechts in die zin dat deze beperkingen enkel zien op de communicatie met de moeder en de broer van betrokkene, waarbij de regie over het toepassen van deze vorm van verplichte zorg zal komen te liggen bij de ambulante behandelaren. Eventueel kan informatie van vader worden betrokken bij het nemen van beslissingen.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:

[de man] ,

geboren op [geboortedag] 2000 te [geboorteplaats]
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie voor de duur van 26 weken;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen voor de duur van 26 weken;
- beperken van het recht op het ontvangen van bezoek voor de duur van vier weken, alleen toe te passen zoals benoemd in de beoordeling;
- opnemen in een accommodatie voor de duur van vier weken;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 10 augustus 2020;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.M. van der Kleijn, rechter, bijgestaan door K.S. Versteegen als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 10 februari 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 14 februari 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.