ECLI:NL:RBDHA:2020:2245
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Zorgmachtiging met beperkte vormen van verplichte zorg in het kader van geestelijke gezondheidszorg
Op 10 februari 2020 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren op [geboortedag] 2000, die momenteel verblijft in een accommodatie. De beschikking is het resultaat van een verzoek van de officier van justitie, ingediend op 27 januari 2020, om verplichte zorg te verlenen op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een (ongespecificeerde) schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis, die leidt tot ernstig nadeel. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn, waardoor verplichte zorg noodzakelijk is.
Tijdens de zitting op 10 februari 2020 is betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat mr. J.B. Peters, gehoord. De advocaat heeft verweer gevoerd tegen het verzoek en gepleit voor afwijzing, of in ieder geval voor beperking van de duur van de verplichte zorg. De psychiater heeft aangegeven dat een ontslaggesprek met betrokkene en zijn vader gepland zal worden, en dat voortzetting van de opname nog ongeveer vier weken nodig is. De rechtbank heeft de verzoeken beoordeeld en besloten dat de verplichte zorg kan worden verleend, maar met beperkingen. De zorgmachtiging is verleend voor een periode van zes maanden, met specifieke voorwaarden voor medicatie, communicatiebeperkingen en opname in een accommodatie.
De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend met de nadruk op de noodzaak van de zorg en de afwezigheid van minder bezwarende alternatieven. De beschikking is uitgesproken ter openbare zitting en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 14 februari 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.