ECLI:NL:RBDHA:2020:2243

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 februari 2020
Publicatiedatum
13 maart 2020
Zaaknummer
C/09/587607 / FA RK 20-370
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eerste rechterlijke machtiging tot opname en verblijf in het kader van de Wet zorg en dwang

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 februari 2020 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor het verlenen van een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt, geboren in 1937, in een verpleeghuis. Het verzoek was ingediend op 24 januari 2020 en betrof een machtiging voor de duur van vijf jaar, maar de rechtbank heeft besloten om deze machtiging voor een periode van zes maanden te verlenen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, namelijk dementie van het Alzheimer-type, en dat zij niet in staat is om voor zichzelf te zorgen. De cliënt is volledig afhankelijk van zorg van anderen en verzet zich tegen de opname, wat leidt tot hinderlijk gedrag en agressie. De rechtbank heeft geconcludeerd dat opname en verblijf noodzakelijk zijn om ernstig nadeel te voorkomen, en dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om dit nadeel te verhelpen.

De beslissing van de rechtbank houdt in dat de rechterlijke machtiging tot opname en verblijf geldt tot en met 10 augustus 2020. De rechtbank heeft het meer of anders verzochte afgewezen. De beschikking is gegeven door rechter C.M. van der Kleijn, bijgestaan door griffier K.S. Versteegen, en is uitgesproken ter openbare zitting. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/587607 / FA RK 20-370
Datum beschikking: 10 februari 2020

Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf

Beschikkingnaar aanleiding van het op 24 januari 2020 door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) ingediende verzoek tot het verlenen van een machtiging voor de duur van vijf jaar als bedoeld in artikel 24 van de Wet zorg en dwang (Wzd), ten aanzien van:

[de vrouw]

hierna te noemen: cliënt,
geboren op [geboortedag] 1937 te [geboorteplaats]
wonende te [woonplaats]
thans verblijvende in de accommodatie te verpleeghuis [verblijfplaats]
advocaat: mr. P. Arkema-Hummel te Leidschendam.

Procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 24 januari 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een indicatiebesluit op grond van artikel 3.2.3 van de Wet langdurige zorg van 20 september 2016;
- een aanvraag voor een rechterlijke machtiging aan het CIZ van 9 januari 2020;
- een op 19 december 2019 ondertekende medische verklaring van een ter zake kundige [arts 1] , die cliënt met het oog op de machtiging kort te voren heeft onderzocht, maar niet bij diens behandeling betrokken was;
- een verklaring van de zorgaanbieder Careyn van de accommodatie waarin cliënt is opgenomen van 22 januari 2020;
- een zorgplan van 9 januari 2020.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 10 februari 2020.
Ter zitting zijn de volgende personen door de rechtbank gehoord:
- cliënt, bijgestaan door haar advocaat;
- de [arts 2]
- de [verpleegkundige] .

Beoordeling

Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat cliënt lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, te weten dementie Alzheimer type.
Deze psychogeriatrische aandoening leidt tot ernstig nadeel. Dit ernstig nadeel bestaat uit:
- ernstige verwaarlozing;
- de situatie dat cliënt met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
Voortvloeiend uit de stoornis is cliënt niet meer in staat voldoende voor zichzelf te zorgen, zij is volledig zorgafhankelijk van anderen. Cliënt verzet zich dagelijks tegen de opname in de accommodatie en blijft pogingen ondernemen naar buiten te gaan. Zij kan daarbij boos en agressief worden richting anderen, hetgeen tevens leidt tot boosheid en irritaties van anderen.
De opname en het verblijf zijn noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
Cliënt heeft 24-uurs zorg en toezicht nodig die enkel aan haar kunnen worden geboden in de accommodatie.
Er zijn geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
Gebleken is dat cliënt zich verzet tegen de opname en het verblijf.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor verlening van een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf als bedoeld in de Wzd.
Anders dan door het CIZ is verzocht, kan een eerste rechterlijke machtiging tot opname en verblijf onder de Wzd worden verleend voor de duur van ten hoogste zes maanden. Pas indien een cliënt al op grond van een machtiging tot opname en verblijf onder de Wzd in een accommodatie verblijft, kan de rechtbank een eerstvolgende machtiging tot opname en verblijf verlenen met een geldigheidsduur van ten hoogste vijf jaren ten aanzien van cliënten met een psychogeriatrische aandoening.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf ten aanzien van:

[de vrouw]

geboren op [geboortedag] 1937 te [geboorteplaats]
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 10 augustus 2020.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.M. van der Kleijn, rechter, bijgestaan door K.S. Versteegen als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 10 februari 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 14 februari 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.