ECLI:NL:RBDHA:2020:2242

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 februari 2020
Publicatiedatum
13 maart 2020
Zaaknummer
C/09/588064 / FA RK 20-621
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 februari 2020 een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1946. De officier van justitie had op 7 februari 2020 een verzoek ingediend tot verlenging van de crisismaatregel, die eerder op 6 februari 2020 was opgelegd. De betrokkene, die in een kwetsbare toestand verkeerde na een val met ernstige verwondingen, was op dat moment opgenomen in een geriatrische afdeling. Tijdens de zitting op 10 februari 2020 heeft de betrokkene zich verzet tegen de opname, waarbij hij aangaf in staat te zijn om met behulp van medicatie zijn alcoholgebruik te beheersen en terug naar huis te willen gaan. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige verwaarlozing, en dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar waren. De rechtbank oordeelde dat de noodzakelijke zorg niet kon worden afgewacht en dat de betrokkene onvoldoende ziekte-inzicht had. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel werd verleend voor een periode van drie weken, tot en met 2 maart 2020. De beschikking is gegeven door mr. C.M. van der Kleijn, rechter, en is vastgesteld op 20 februari 2020.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/588064 / FA RK 20-621
Datum beschikking: 10 februari 2020

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel

Beschikkingnaar aanleiding van het op 7 februari 2020 door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de man] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1946 te [geboorteplaats]
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats]
advocaat: mr. M.F. Laning te Voorschoten.

Procesverloop

Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 7 februari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 6 februari 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente ’s-Gravenhage tot het nemen van de crisismaatregel van 6 februari 2020;
  • een op 6 februari 2020 ondertekende medische verklaring van [psychiater] , die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij zijn behandeling betrokken was;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een afschrift van de politiemutaties.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 10 februari 2020.
Ter zitting zijn de volgende personen door de rechtbank gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door mr. E.A.E.G.J. Libosan, waarnemend voor zijn advocaat;
- de [arts] .
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet ter zitting verschenen.

Standpunten ter zitting

Betrokkene heeft zich ter zitting verzet tegen de opname. Hij is in staat om met het gebruik van het middel Refusal geen alcohol meer te gebruiken en terug naar huis te gaan. Indien nodig, is betrokkene bereid onder begeleiding de medicatie in te nemen. Ten slotte betwist betrokkene in de thuissituatie zorg te hebben geweigerd.

Beoordeling

Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in:
-levensgevaar;
-ernstig lichamelijk letsel;
-ernstige psychische schade;
-ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang.
Betrokkene is in de thuissituatie met een ernstige wond op zijn rug en een bekkenfractuur op de grond aangetroffen na een val, waar hij vermoedelijk enkele dagen heeft gelegen. Na een opname in het algemeen ziekenhuis is de betrokkene overgeplaatst naar de afdeling Geriatrie [verblijfplaats] , alwaar hij zich heeft verzet tegen de opname en het verblijf in de accommodatie. Het ontbreekt betrokkene echter aan een voorbereid plan om weer terug te kunnen keren naar zijn woning, terwijl het de verwachting is dat betrokkene in de thuissituatie snel zal terugvallen in alcoholgebruik en daarmee direct opnieuw sprake zal zijn van (onmiddellijk dreigend) ernstig nadeel in de vorm van valgevaar en ernstige zelfverwaarlozing.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, te weten een stoornis in het gebruik van alcohol en een neurocognitieve stoornis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
De rechtbank is van oordeel dat de in de crisismaatregel genoemde zorg noodzakelijk is om het nadeel af te wenden.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Het ontbreekt betrokkene aan ziekte-inzicht. Voorafgaand aan de opname is de inzet van thuiszorg en verslavingszorg geweigerd door betrokkene. De zoon van betrokkene is niet bereid de zorg voor betrokkene op zich te nemen. Ten slotte is er onvoldoende vertrouwen dat betrokkene in staat is medicatie in de thuissituatie trouw in te nemen, vanwege de ernst van de cognitieve achteruitgang.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van:

[de man] ,

geboren op [geboortedag] 1946 te [geboorteplaats]
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 2 maart 2020.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.M. van der Kleijn, rechter, bijgestaan door K.S. Versteegen als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 10 februari 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 20 februari 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.