ECLI:NL:RBDHA:2020:2203
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herhaalde asielaanvraag op basis van homoseksuele gerichtheid zonder nieuwe elementen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over de herhaalde asielaanvraag van een Gambiaanse eiser, die zich beroept op zijn homoseksuele gerichtheid. Eiser heeft in het verleden meerdere asielaanvragen ingediend, waarvan de meeste zijn afgewezen. De laatste aanvraag, ingediend op 27 september 2019, werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen nieuwe elementen of bevindingen waren die een herbeoordeling rechtvaardigden. Eiser voerde aan dat de motivering van de afwijzing van zijn tweede aanvraag niet in stand kon blijven, omdat deze gebaseerd was op een stereotype. Hij stelde dat hij zijn authentieke verhaal opnieuw wilde voorleggen aan de staatssecretaris, ondersteund door verklaringen van zijn partner en een bekende, evenals een verklaring van het COC. Tijdens de zitting op 5 februari 2020 werd eiser bijgestaan door een waarnemer van zijn gemachtigde en een tolk. De rechtbank oordeelde dat de overgelegde verklaringen niet als nieuwe elementen konden worden aangemerkt, en dat eiser niet voldoende had aangetoond dat zijn homoseksuele gerichtheid geloofwaardig was. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris terecht had geoordeeld dat er geen aanleiding was om de aanvraag opnieuw te beoordelen. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.