ECLI:NL:RBDHA:2020:2014
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag Somaliër afgewezen wegens ongeloofwaardig asielrelaas en rekrutering door Al Shabaab
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 februari 2020 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Somaliër die een beroep had ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser, afkomstig uit Mogadishu, had op 10 september 2019 een asielaanvraag ingediend, waarbij hij stelde dat hij in gevaar was vanwege een verzoek van Al Shabaab om zich aan te sluiten bij de organisatie. Eiser voerde aan dat zijn broer in 2014 was vermoord door Al Shabaab en dat zijn vader in 2018 benaderd was door de groep met het verzoek om eiser te rekruteren. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verklaringen van eiser niet voldoende concreet en geloofwaardig waren om aan te nemen dat hij daadwerkelijk in de negatieve belangstelling van Al Shabaab stond. De rechtbank concludeerde dat eiser niet had aangetoond dat hij een uitzondering vormde op de algemene informatie over de veiligheidssituatie in Mogadishu, waaruit blijkt dat de rekrutering door Al Shabaab voornamelijk via clans plaatsvindt en niet op de wijze zoals eiser had beschreven. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees erop dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.