ECLI:NL:RBDHA:2020:198
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging verblijfsrecht en ongewenstverklaring van een vreemdeling op basis van ernstige bedreiging voor de samenleving
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 januari 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de beëindiging van het verblijfsrecht van eiseres, een Poolse nationaliteit houdende vrouw, door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank oordeelt dat verweerder terecht heeft vastgesteld dat eiseres met haar persoonlijke gedrag een actuele, werkelijke en ernstige bedreiging vormt voor een fundamenteel belang van de samenleving. Eiseres is sinds 2014 twaalf keer onherroepelijk strafrechtelijk veroordeeld voor diverse strafbare feiten, waaronder diefstal en opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. Verweerder heeft op basis van deze veroordelingen en het feit dat eiseres recentelijk opnieuw een strafbaar feit heeft gepleegd, geconcludeerd dat er geen aanwijzingen zijn dat zij niet opnieuw strafbare feiten zal begaan. Eiseres heeft in haar verweer aangevoerd dat verweerder onvoldoende heeft aangetoond dat zij een bedreiging vormt, maar de rechtbank volgt deze redenering niet. De rechtbank stelt vast dat de persoonlijke omstandigheden van eiseres, zoals haar leeftijd en verblijfsduur in Nederland, door verweerder zijn meegewogen, maar dat dit niet leidt tot een ander oordeel. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de ongewenstverklaring van eiseres, die Nederland onmiddellijk dient te verlaten.