Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.MASSAAL HOLDING B.V.,
TELECOMHUYS DEN HAAG B.V.,
TELECOMHUYS ZAKELIJK B.V.,
TELECOMHUYS BERKEL B.V.,
1.[de B.V.] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 14 november 2018 met producties;
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie met producties;
- het tussenvonnis van 27 maart 2019 waarbij een comparitie van partijen is bevolen;
- de conclusie van antwoord in reconventie tevens houdende akte overlegging producties, met producties;
- het proces-verbaal van comparitie van 20 november 2019 en de daarin genoemde nadere stukken;
- de brief van de raadsman van [de B.V. c.s.] van 3 december 2019 waarin wordt meegedeeld dat de reconventionele vordering onder VI wordt ingetrokken;
- de rolbeslissing van deze rechtbank van 11 december 2019 waarin is besloten om de ‘akte uitlating partijen tevens houdende akte uitlating producties’ aan de zijde van Massaal Holding c.s. van 4 december 2019 buiten beschouwing te laten.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
“Hebben we dit ooit getekend? Denk het niet, jij? Stom trouwens!”, waarop [B] heeft geantwoord:
“Nope...
”(productie 18 aan de zijde van [de B.V. c.s.] ). De raadsman van Massaal Holding c.s. heeft ter zitting de rechtbank nog verzocht om deze e-mails buiten beschouwing te laten omdat deze tussen [A] en [B] zijn gewisseld in vervolg (als ‘forward’) op een vertrouwelijke e-mail van hun raadsman en omdat [de B.V. c.s.] volgens hem op onrechtmatige wijze de beschikking moet hebben gekregen over die e-mails. De rechtbank wijst dit verzoek af, nu zij geen acht slaat op de e-mail van de raadsman en ten aanzien van de e-mails tussen [A] en [B] van oordeel is dat hier het zwaarwegende algemeen maatschappelijke belang dat de waarheid in rechte aan het licht komt ten dienste van een goede rechtsbedeling, moet prevaleren.
bestuurdersvan Massaal Holding en verband houden met het (in opdracht) besturen van de vennootschap, zoals het bezoeken van haar klanten of van haar dochterondernemingen met een auto ‘van de zaak’. [de B.V. c.s.] heeft geen overtuigende aanknopingspunten aangedragen voor een andere uitleg. Daarmee is komen vast te staan dat sprake is van vergoedingen die naar hun aard toekomen aan bestuurders (managers) van de onderneming als tegenprestatie voor het door hen gevoerde bestuur (management). Daar komt bij dat [de B.V.] niet heeft bestreden dat zij voor de managementvergoeding facturen stuurde en dat zij hierover btw in rekening bracht, hetgeen eveneens een concrete aanwijzing is voor de juistheid van de door Massaal Holding c.s. aan de vergoedingen gegeven uitleg.