ECLI:NL:RBDHA:2020:1876
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verlenging ondertoezichtstelling van minderjarigen in het kader van jeugdbescherming
Op 21 februari 2020 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De zaak was aanhangig gemaakt door Stichting Jeugdbescherming West Zuid-Holland, die verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling. De kinderrechter had eerder op 11 november 2019 de ondertoezichtstelling al verlengd tot 1 maart 2020 en een bijzondere curator benoemd om de belangen van de minderjarigen te behartigen. Tijdens de zitting op 21 februari 2020 zijn de ouders, de bijzondere curator en de jeugdbeschermer gehoord. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het goed gaat met de minderjarigen en dat zij liefdevol worden verzorgd door de ouder bij wie zij wonen. De ouders hebben aangegeven dat zij geen contact willen met de andere ouder, wat de kinderrechter heeft meegenomen in haar overwegingen. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de ondertoezichtstelling niet verder verlengd hoeft te worden, omdat de minderjarigen goed functioneren en er geen zorgen zijn over hun verzorging. De kinderrechter heeft het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling afgewezen en de werkzaamheden van de bijzondere curator beëindigd. De beslissing is in begrijpelijke taal geformuleerd, zodat de minderjarigen deze kunnen begrijpen en bewaren voor later.