Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek op de zitting
2.De tenlastelegging
feiten 1 tot en met 7). Dit is onder feit 1 en 2 subsidiair als openlijk in vereniging geweld tegen goederen, onder feit 2 meer subsidiair als vernieling van een goed en onder feit 4, 6 en 7 subsidiair als medeplichtigheid aan opzettelijke brandstichting ten laste gelegd.
feit 8).
feit 9).
feit 10).
3.Bewijsoverwegingen
feit 1primair te worden vrijgesproken. Niet blijkt dat door het in brand steken van de Suzuki Swift gemeen gevaar van goederen te duchten was. Ook van feit 1 subsidiair dient de verdachte te worden vrijgesproken. Alleen de verdachte zegt dat hij het met een ander heeft gedaan. Verder is er geen bewijs dat het feit tezamen en in vereniging is gepleegd. Met betrekking tot het meer subsidiair ten laste gelegde refereert de verdediging zich.
feit 2primair te worden vrijgesproken. Er was geen dreiging voor andere objecten en dus geen gemeen gevaar voor goederen. Met betrekking tot het subsidiair ten laste gelegde refereert de verdediging zich.
feit 5.
feit 7kunnen beide primair niet worden bewezen. Er is geen sprake van een nauwe en bewuste samenwerking. De verdachte bekent op de uitkijk te hebben gestaan. De verdediging refereert zich dan ook ten aanzien van het subsidiaire.
feit 8primair ten laste gelegde.
feit 9. De verdachte heeft verklaard geen legergroene scooter, zoals ten laste is gelegd, te hebben gestolen, maar een witte Zipp, op dezelfde avond. Hij heeft die bij de [straatnaam 1] gestald, in het verlengde van het [straatnaam 2] . Ten tijde van het ten laste gelegde was de verdachte bij een vriend die in de buurt woont van de plaats delict van het ten laste gelegde feit.
feit 10.
4.De bewezenverklaring
5.De strafbaarheid van de bewezenverklaarde feiten en van de verdachte
6.De straffen en maatregel
- veroordeling van de verdachte tot jeugddetentie voor de duur van 120 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 76 voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, behandelverplichting en contactverbod met [medeverdachte] , met opdracht aan de gecertificeerde instelling tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden
- oplegging van de maatregel betreffende het gedrag van de jeugdige voor de duur van 12 maanden, met 6 maanden vervangende jeugddetentie, in de vorm van het hebben van dagbesteding, behandeling door de Waag, elektronisch toezicht en ITB Harde Kern;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van 100 uur, subsidiair 50 dagen vervangende jeugddetentie.
7.De vordering van de benadeelde partij
feit 2)
feit 5)
feit 8)
De benadeelde partij kan dit deel van de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
8.De toepasselijke wetsartikelen
9.De beslissing
de maatregel betreffende het gedrag van de jeugdigevoor de duur van
12 maanden,