ECLI:NL:RBDHA:2020:1685
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. van Loenhoud
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van jeugdzorg
In deze zaak heeft de kinderrechter op 14 februari 2020 uitspraak gedaan over de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren op [geboortedag] 2017, in het kader van jeugdzorg. Het verzoek tot uithuisplaatsing werd ingediend door de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, naar aanleiding van zorgen over de opvoedvaardigheden van de moeder. De kinderrechter had eerder op 5 december 2019 al een tijdelijke machtiging verleend voor de uithuisplaatsing van de minderjarige in een crisispleeggezin. Tijdens de zitting op 14 februari 2020 werd de situatie van de moeder en de ontwikkeling van de minderjarige besproken. De gecertificeerde instelling stelde dat de moeder niet in staat was om de benodigde opvoeding te bieden, terwijl de moeder betwistte dat zij tekortschiet in haar zorg voor de minderjarige. De kinderrechter oordeelde dat de gronden voor een machtiging tot uithuisplaatsing aanwezig waren, gezien de kwetsbaarheid van de minderjarige en zijn hechtingsproblematiek. De kinderrechter besloot dat de minderjarige vanaf 31 maart 2020 bij de moeder teruggeplaatst zou worden, mits de moeder zich aan bepaalde voorwaarden houdt. De kinderrechter verzocht ook om een onafhankelijk onderzoek naar de opvoedvaardigheden van de moeder en het perspectief van de minderjarige. De beschikking werd mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden.