Op 24 februari 2020 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in Koeweit in 1984. De officier van justitie had op 20 februari 2020 een verzoek ingediend tot verlenging van de crisismaatregel, die oorspronkelijk op 19 februari 2020 was opgelegd. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op 24 februari 2020 gehouden, waarbij de betrokkene, zijn advocaat en een arts aanwezig waren. De betrokkene heeft aangegeven dat hij in de accommodatie wil blijven en behandeling wil ontvangen. De arts heeft echter verklaard dat de betrokkene nog psychotisch is en dat hij snel agressief gedrag kan vertonen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, waaronder ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade en ernstige verwaarlozing. De rechtbank oordeelt dat de situatie zo ernstig is dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht. De rechtbank heeft geconcludeerd dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat de betrokkene zich niet verzet tegen de zorg, maar er geen minder bezwarende alternatieven zijn die hetzelfde effect kunnen bereiken.
De rechtbank verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die een geldigheidsduur heeft van drie weken. De beschikking is gegeven door rechter H.M. Boone, bijgestaan door griffier A.U. Hatuina, en is uitgesproken ter openbare zitting. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.