ECLI:NL:RBDHA:2020:15314

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 november 2020
Publicatiedatum
21 februari 2022
Zaaknummer
NL20.19336-T
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak inzake asielaanvraag van een Ugandese vrouw met homoseksuele vrienden

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 november 2020 een mondelinge tussenuitspraak gedaan in het kader van de asielaanvraag van een Ugandese vrouw. De aanvraag was door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen, omdat deze als ongegrond werd beschouwd. De eiseres, bijgestaan door haar gemachtigde, heeft beroep ingesteld tegen dit besluit. Tijdens de zitting op 27 november 2020 is de rechtbank tot de conclusie gekomen dat het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd was. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder niet voldoende is ingegaan op de asielmotieven van eiseres, die onder andere gebaseerd zijn op haar vriendschappen met homoseksuele personen en de gevaren die zij in Uganda loopt als gevolg van deze relaties.

De rechtbank heeft verweerder in de gelegenheid gesteld om het gebrek in het bestreden besluit binnen tien weken te herstellen. Indien verweerder geen gebruik maakt van deze gelegenheid, dient hij dit binnen twee weken na verzending van de tussenuitspraak schriftelijk kenbaar te maken. De rechtbank heeft ook aangegeven dat, als verweerder het gebrek herstelt, eiseres de mogelijkheid krijgt om binnen vier weken schriftelijk te reageren op de wijze waarop dit is gebeurd. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep.

De uitspraak is openbaar gedaan en de rechtbank heeft de partijen geïnformeerd over de mogelijkheid om tegen deze tussenuitspraak hoger beroep in te stellen, maar dit kan pas tegelijkertijd met een eventueel hoger beroep tegen de einduitspraak in deze zaak.

Uitspraak

proces-verbaal tussenuitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.19336-T
proces-verbaal van de mondelinge tussenuitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. M.H. van der Linden), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,verweerder (gemachtigde: mr. J.J.S.M. van Raak).

Procesverloop

Bij besluit van 4 november 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als ongegrond.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 27 november 2020. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen M.G. Nyabukye. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank:
  • stelt verweerder in de gelegenheid het gebrek in het bestreden besluit binnen tien weken na verzending van deze tussenuitspraak te herstellen met inachtneming van deze uitspraak;
  • verzoekt verweerder, indien hij van deze gelegenheid geen gebruik maakt, dit binnen twee weken na verzending van deze tussenuitspraak schriftelijk kenbaar te maken;
  • houdt iedere verdere beslissing aan.

Overwegingen

1. De rechtbank geeft hiervoor de volgende motivering. Het bestreden besluit is onvoldoende gemotiveerd. Verweerder is onvoldoende ingegaan op de asielmotieven van
zaaknummer: NL20.19336-T 2
eiseres. Eiseres heeft namelijk aan haar asielverzoek ten grondslag gelegd dat zij in Uganda gevaar loopt omdat zij homoseksuele vrienden heeft en dat andere mensen daardoor dachten dat zij ook homoseksueel is. Verweerder legt in het bestreden besluit een link met de homoseksuele geaardheid van de broer van eiseres en het drank- en drugsgebruik van eiseres en haar vrienden. Hoewel eiseres inderdaad ook heeft verklaard dat haar broer homoseksueel is en dat zij en haar vrienden drank en drugs gebruiken, ligt het zwaartepunt van haar asielmotieven niet daar, maar juist bij de homoseksualiteit van haar vrienden en de aan haar zelf toegedichte homoseksualiteit. Dat heeft verweerder onvoldoende onderkend.
3. Tijdens de mondelinge uitspraak is geoordeeld dat het beroep gegrond is en het bestreden besluit wordt vernietigd. Naar het oordeel van de rechtbank is sprake van een kennelijke fout, aangezien de rechtbank tevens heeft geoordeeld dat verweerder een nieuw besluit moest nemen binnen een nader te bepalen termijn. Afgesproken is dat de gemachtigde van verweerder de rechtbank na afloop van de zitting zou laten weten welke termijn nodig is om het gebrek te herstellen. Hieruit blijkt de bedoeling van de rechtbank om een tussenuitspraak te doen. De rechtbank heeft telefonisch met partijen besproken dat zij van oordeel is dat sprake is van een kennelijke fout als bedoeld in artikel 2.23 van het Procesreglement Bestuursrecht en heeft gevraagd of zij daarop willen reageren. Beide partijen hebben aangegeven in te stemmen met wijziging van die kennelijke fout in de schriftelijke uitwerking van de mondelinge uitspraak. Dat gebeurt bij deze.
4. De rechtbank ziet aanleiding verweerder in de gelegenheid te stellen het gebrek in het bestreden besluit binnen tien weken na verzending van deze tussenuitspraak te herstellen door hetzij aan eiseres een asielvergunning te verlenen, hetzij een nieuw besluit op de aanvraag van eiseres te nemen. De rechtbank overweegt dat een termijn van 10 weken uitzonderlijk lang is aangezien de aanvraag van eiseres wordt beoordeeld in de algemene asielprocedure. Verweerder heeft de rechtbank echter te kennen gegeven 10 weken nodig te hebben. De rechtbank ziet in de gegeven (corona)omstandigheden geen aanleiding om daaraan te twijfelen.
5. Als verweerder gebruik maakt van de gelegenheid het gebrek in het bestreden besluit te herstellen, zal de rechtbank eiseres in de gelegenheid stellen binnen vier weken schriftelijk te reageren op de wijze waarop verweerder de gebreken heeft hersteld. In beginsel zal de rechtbank vervolgens het onderzoek sluiten en zonder nadere zitting uitspraak doen. Als verweerder geen gebruik maakt van de gelegenheid het gebrek in het bestreden besluit te herstellen, dient hij dit binnen twee weken na verzending van deze tussenuitspraak schriftelijk kenbaar te maken. In dat geval zal de rechtbank het onderzoek sluiten en zonder nadere zitting uitspraak doen.
6. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan tot de einduitspraak op het beroep.
zaaknummer: NL20. l 9336-T 3
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 27 november 2020 door mr. J.G. Nicholson, rechter, in aanwezigheid van mr. E. Kersten, griffier.
griffier
de rechter is verhinderd
de usp te ondertekenen

Rechtsmiddel

Tegen deze tussenuitspraak staat nog geen hoger beroep open. Tegen deze tussenuitspraak kan hoger beroep worden ingesteld tegelijkertijd met hoger beroep tegen de (eventuele) einduitspraak in deze zaak.