Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 oktober 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de voortduren van de maatregel van bewaring van eiser, die de Amerikaanse nationaliteit claimt. Eiser was in bewaring gesteld op 16 juni 2020 op grond van de Vreemdelingenwet 2000. Hij heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring rechtmatig was op het moment van de eerdere uitspraak op 20 augustus 2020. De toetsing in deze procedure richtte zich dan ook op de rechtmatigheid van de maatregel sinds die eerdere uitspraak. Eiser stelde dat verweerder niet voortvarend genoeg handelde in de voorbereiding van zijn uitzetting, en dat hij in zijn belangen was geschaad door een te late indiening van de voortgangsrapportage door verweerder. De rechtbank oordeelde echter dat de late indiening van de rapportage niet leidde tot onrechtmatigheid van de bewaring, aangezien eiser voldoende gelegenheid had om te reageren en de rechtbank de mogelijkheid bood om zijn standpunten ter zitting naar voren te brengen.
Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat verweerder voldoende inspanningen heeft geleverd om de identiteit en nationaliteit van eiser vast te stellen en dat eiser zelf niet meewerkte aan zijn uitzetting. De rechtbank concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die aanleiding gaven om de bewaring op te heffen, ook niet gezien de duur van de bewaring. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.