Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 december 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser met de Turkse nationaliteit. De maatregel van bewaring was op 4 augustus 2020 opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en heeft de zaak op basis van de ingediende stukken beoordeeld.
Eiser stelt dat er geen redelijk vooruitzicht op uitzetting is, omdat de Turkse autoriteiten geen Laissez passer (LP) willen afgeven zolang er nog procedures lopen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de inbewaringstelling rechtmatig is en dat er zicht op uitzetting aanwezig is. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken en concludeert dat eiser onvoldoende heeft aangetoond dat hij actief meewerkt aan zijn uitzetting. De rechtbank heeft ook overwogen dat de belangen van eiser niet zwaarder wegen dan de belangen van de Staat bij het voortduren van de maatregel.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. J.A. Schuman, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.