Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser], eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 september 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser met de Marokkaanse nationaliteit. De maatregel van bewaring was opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 28 mei 2020, op basis van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting niet nodig was, en heeft de zaak op basis van de ingediende stukken beoordeeld.
Eiser voerde aan dat er geen redelijk vooruitzicht op verwijdering was, omdat de Marokkaanse autoriteiten niet reageerden op zijn aanvraag voor een laissez passer (lp) en dat de coronamaatregelen de uitzetting belemmerden. Verweerder, de Staatssecretaris, stelde echter dat het voortduren van de maatregel rechtmatig was en dat de coronamaatregelen slechts tijdelijk belemmeringen vormden. De rechtbank oordeelde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de maatregel onrechtmatig maakten en dat verweerder voldoende voortvarend handelde in de uitzettingsprocedure.
De rechtbank concludeerde dat het beroep van eiser ongegrond was en wees ook het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd gedaan door rechter mr. J.G. Nicholson, in aanwezigheid van griffier N.J.R. Kalaykhan, en werd openbaar gemaakt op 30 september 2020. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.