In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 december 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. J.A. Pieters, had tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld, nadat haar aanvraag op 13 januari 2020 als kennelijk ongegrond was afgewezen. Tijdens de zitting op 28 januari 2020 is eiseres verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde en een tolk. De rechtbank heeft in een tussenuitspraak van 13 februari 2020 verweerder de gelegenheid gegeven om het geconstateerde gebrek in het bestreden besluit te herstellen. Verweerder heeft hierop gereageerd, maar de rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd was, met name ten aanzien van de geloofwaardigheid van de door eiseres geplaatste berichten op Facebook en de gevolgen daarvan voor haar terugkeer naar Nicaragua. De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat het beroep gegrond was, het bestreden besluit vernietigd en de rechtsgevolgen in stand gelaten. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 1.312,50.