Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser], eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 december 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een vreemdeling. De eiser, vertegenwoordigd door mr. J.E. Groenenberg, had beroep ingesteld tegen het voortduren van de maatregel van bewaring die op 21 november 2020 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was opgelegd. De eiser verzocht tevens om schadevergoeding. Tijdens de zitting op 28 december 2020 was de eiser aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, en was er een tolk aanwezig. De verweerder werd vertegenwoordigd door mr. K. Bruin.
De rechtbank overwoog dat indien de maatregel van bewaring in strijd is met de Vreemdelingenwet of niet gerechtvaardigd is, het beroep gegrond kan worden verklaard. De rechtbank had eerder de rechtmatigheid van de maatregel getoetst en vastgesteld dat deze tot het sluiten van het onderzoek rechtmatig was. De eiser voerde aan dat de annulering van zijn vlucht naar Duitsland onterecht was, omdat hij niet wilde meewerken aan een coronatest. De rechtbank oordeelde echter dat de verweerder voldoende voortvarend had gehandeld en dat de annulering van de vlucht gerechtvaardigd was, aangezien Duitsland een negatief testresultaat vereist voor toelating.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 29 december 2020.