ECLI:NL:RBDHA:2020:15203

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 december 2020
Publicatiedatum
18 oktober 2021
Zaaknummer
NL20.20207
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Ugandees staatsburger door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 december 2020 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Ugandees staatsburger, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard. Eiser stelde dat hij vanwege zijn betrokkenheid bij de People Power Movement in Uganda werd vervolgd. Hij had zich ingezet voor jongeren en had politieke ambities, maar werd geconfronteerd met beschuldigingen van homoseksualiteit en arrestatie door de politie. Tijdens de zitting op 11 december 2020 heeft eiser zijn relaas toegelicht, bijgestaan door een gemachtigde en een tolk. De rechtbank heeft overwogen dat de verklaringen van eiser inconsistent waren en dat hij niet aannemelijk had gemaakt dat de beschuldigingen tegen hem door de autoriteiten waren gegrond. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris terecht had geconcludeerd dat de asielaanvraag ongegrond was, omdat de vrees voor vervolging niet voldoende was onderbouwd. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat eiser na zijn arrestatie nog twee maanden in Uganda had verbleven voordat hij het land verliet, wat zijn claim van vervolging ondermijnde. De rechtbank heeft de zaak afgesloten met de beslissing dat het beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.20207

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. I.M. Zuidhoek),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. K. Bruin).

ProcesverloopBij besluit van 17 november 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als ongegrond.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 december 2020. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen A.M. Nakamya. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser stelt van Ugandese nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [1988] . Eiser heeft aan zijn asielrelaas ten grondslag gelegd dat hij aanhanger was van de People Power Movement en zich bezig hield met het praten met jongeren. Sinds 2015 had hij zijn eigen organisatie om jongeren aan werk te helpen. Hij deed mee aan demonstraties, gaf informatie aan jongeren en haalde hen over om te stemmen voor de People Power Movement. In 2018 kreeg hij interesse om raadslid te worden in de gemeente. De RDC en burgermeester [burgermeester] wilden niet dat hij raadslid werd, vanwege zijn werkzaamheden binnen de People Power Movement. Er zijn toen roddels verspreid dat zijn organisatie een homo organisatie zou zijn. Dit is niet het geval maar er zijn wel jongeren binnen de organisatie die homoseksueel zijn. Eiser heeft gesteld dat hij op een gegeven moment werd gearresteerd door de politie omdat twee mannen zouden hebben gezegd dat hij seks met hen zou hebben gehad en hen hiervoor zou betalen. Hij werd vrijgelaten door de politie onder de voorwaarde dat hij zich later zou melden. Bij het verlaten van het politiebureau, wachtte een menigte mensen hem op. Zij vielen de auto en hem aan met stenen en stokken. Na de aanval is eiser het land uit gevlucht.
2. Het asielrelaas van eiser bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
- identiteit, nationaliteit en herkomst;
- beschuldiging van homoseksualiteit binnen de organisatie ‘Agaryawamu Community Empowerment Programme´;
- de regering probeert te voorkomen dat eiser deputy burgemeester wordt en raadslid voor de People Power Movement.
De verklaringen van eiser over zijn identiteit, nationaliteit en herkomst zijn door verweerder geloofwaardig geacht. De andere twee elementen heeft verweerder niet geloofwaardig geacht.
3. Eiser heeft allereerst verzocht de zienswijze als herhaald en ingelast te beschouwen.
4. De rechtbank overweegt dat verweerder in het bestreden besluit gemotiveerd is ingegaan op hetgeen eiser in zijn zienswijze naar voren heeft gebracht. De enkele herhaling en inlassing van deze zienswijze, zonder daarbij te concretiseren op welke wijze de overwegingen van verweerder in het bestreden besluit de rechterlijke toets niet kunnen doorstaan, kan niet slagen.
5. Bij wijze van beroepsgronden wijst eiser op de volgende stukken welke in kopie zijn toegevoegd. Het betreft:
- een identiteitsdocument
- een dankbetuiging van het National Unity Platform
- een certificaat van waardering van de People Power Our Power movement
- een bewijs van vrijlating van de politie.
Middels deze documenten stelt eiser dat hij zijn relaas alsnog heeft onderbouwd en dat het besluit niet in stand kan blijven. In de aanvullende gronden van beroep heeft eiser toegelicht hoe hij aan de stukken is gekomen. Met verweerders stelling dat de politieke aspiraties van eiser niet geloofwaardig zijn omdat hij verklaard heeft dat hij zijn politieke aspiraties terugschroefde, gaat verweerder voorbij aan de verklaring van eiser hoe hij zich maatschappelijk en politiek betrokken voelde en inzette.
Voor zover verweerder stelt dat eiser ‘probleemloos’ in zijn land van herkomst kon verblijven in afwachting van het visum, wijst eiser er op dat hij in die twee maanden
zat ondergedoken en zijn schuiladres slechts 3 x verlaten heeft.
6. De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat eiser onsamenhangende verklaringen heeft afgelegd. Zo heeft hij onder meer verklaard dat in 2019 werd geroddeld dat zijn organisatie een homo organisatie was. Onduidelijk is van wie eiser dit heeft gehoord en hoe dit zich heeft vertaald in een situatie waardoor hij het land heeft moeten uitreizen.
7. De rechtbank stelt voorts vast dat eiser heeft verklaard dat twee mannen tegen hem aangifte hebben gedaan bij de politie en hem, in de context van zijn organisatie, ervan hebben beschuldigd seks met hen te hebben gehad waarvoor zij, ondanks dat dit toegezegd zou zijn, niet zijn betaald. Verweerder heeft het naar het oordeel van de rechtbank niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht dat twee mannen, gezien het huidige negatieve klimaat omtrent homoseksualiteit in Uganda, zichzelf met dergelijke verklaringen in gevaar zouden brengen. Voorts heeft verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat eiser over deze mannen wisselende verklaringen heeft afgelegd. Dit is door eiser ook niet betwist. Over het overgelegde bewijs van vrijlating door de politie is de rechtbank van oordeel dat verweerder zich op het standpunt heeft mogen stellen dat dit stuk zijn relaas niet onderbouwd, nu op dit stuk de contactgegevens van de garantsteller niet zijn genoemd.
8. Verweerder heeft zich voorts niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat eiser evenmin aannemelijk heeft gemaakt dat [burgermeester] of de RDC- achter de aantijgingen zit en ook niet heeft kunnen concretiseren wat hun motieven zouden zijn. Verweerder heeft zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat de stelling dat dit werd gedaan om te voorkomen dat hij raadslid zou worden voor de People Power Movement niet kan worden gevolgd, omdat dit uit eisers verklaringen niet blijkt. De rechtbank is voorts van oordeel dat verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat gezien eisers positie binnen de People Power Movement niet valt in te zien waarom juist hij het doelwit was van [burgermeester] en de RDC. Eiser heeft dat, ook in beroep, niet aannemelijk gemaakt. De enkele stelling dat hij zich maatschappelijk en politiek betrokken voelde en inzette, maakt niet dat aannemelijk is dat iemand met een dergelijke kleine rol binnen de People Power Momevent, en die zelf heeft verklaard zijn werkzaamheden te willen afbouwen, het doelwit is
.De door eiser overgelegde stukken te weten de dankbetuiging van het National Unity Platform en het certificaat van waardering van de People Power Movement maken dit niet anders. Uit deze stukken volgt immers enkel dat eiser actief lid was, maar de omvang van zijn werkzaamheden en welke activiteiten hij verrichtte volgen er niet uit.
9. Voorts heeft verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat het opvallend is dat iemand die het land moet ontvluchten na een arrestatie nog twee maanden, weliswaar ondergedoken, in Uganda blijft en een visum aanvraag doet en vervolgens legaal uitreist. De beroepsgrond slaagt niet.

.

10. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.A. Schuman, rechter, in aanwezigheid vanmr. M.A. Beijl, griffier.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.