ECLI:NL:RBDHA:2020:15191
Rechtbank Den Haag
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake asielaanvraag van eiser met Zimbabwaanse nationaliteit en de beoordeling van Zuid-Afrika als veilig derde land
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 23 december 2020, wordt de asielaanvraag van eiser, een man van Zimbabwaanse nationaliteit, behandeld. Eiser heeft zijn aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend, maar deze is door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet-ontvankelijk verklaard. Eiser stelt dat hij niet naar Zuid-Afrika kan terugkeren, omdat dit land voor hem geen veilig derde land is. Hij heeft daar ernstige bedreigingen en discriminatie ondervonden vanwege zijn homoseksualiteit. De rechtbank heeft de zaak op 3 december 2020 behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde.
De rechtbank oordeelt dat verweerder onvoldoende zorgvuldig heeft gehandeld door eiser niet persoonlijk te horen, ondanks dat er aanwijzingen waren dat hij mogelijk niet blijvend niet in staat was om gehoord te worden. De rechtbank verwijst naar de verplichting om een vreemdeling in de asielprocedure te horen, zoals vastgelegd in de Procedurerichtlijn. De rechtbank concludeert dat het bestreden besluit in strijd is met de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en geeft verweerder de gelegenheid om het gebrek te herstellen. Verweerder moet binnen twee weken aan de rechtbank meedelen of hij gebruik maakt van deze gelegenheid en heeft zes weken de tijd om het gebrek te herstellen.
De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep, waarbij ook de proceskosten en het griffierecht nog niet worden behandeld. Deze uitspraak is gedaan door rechter J.J. Catsburg, in aanwezigheid van griffier R.G. Kamphof, en zal openbaar worden gemaakt op rechtspraak.nl.