Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer] (gemachtigde: mr. A. Hol),
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 december 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een vreemdeling, eiser, die de Georgische nationaliteit claimt. Eiser was in bewaring gesteld op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000, omdat er een risico bestond dat hij zich aan het toezicht zou onttrekken. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die de maatregel van bewaring had opgelegd. Tijdens de zitting op 14 december 2020 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en is de zaak behandeld. Eiser voerde aan dat de behandeling van zijn asielaanvraag te lang had geduurd en dat dit invloed had op de maatregel van bewaring. De rechtbank oordeelde echter dat de beroepsgrond van eiser over de duur van de asielprocedure geen rol kon spelen in de onderhavige procedure, aangezien deze al eerder was beoordeeld in een andere uitspraak. De rechtbank concludeerde dat de gronden voor de bewaring niet bestreden waren en dat het beroep ongegrond was. Het verzoek om schadevergoeding werd eveneens afgewezen. De uitspraak werd gedaan door mr. J.A. Schuman, in aanwezigheid van griffier mr. A. Vranken, en werd openbaar gemaakt op dezelfde dag.