Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 december 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser met de Amerikaanse nationaliteit. De maatregel van bewaring was op 13 augustus 2020 opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel op 3 november 2020 is opgeheven, waardoor de beoordeling zich heeft beperkt tot de vraag of eiser recht heeft op schadevergoeding.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring rechtmatig was tot het moment van opheffing. Eiser voerde aan dat de Staatssecretaris de maatregel niet tijdig had omgezet naar de juiste wettelijke grondslag, omdat hij een reguliere verblijfsaanvraag had ingediend. De rechtbank oordeelde echter dat de aanvraag niet op de juiste locatie was ingediend, wat voor rekening en risico van eiser komt. De rechtbank concludeerde dat de Staatssecretaris terecht had gesteld dat de aanvraag bij het detentiecentrum in Rotterdam ingediend had moeten worden. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door rechter J.G. Nicholson, in aanwezigheid van griffier A. Vranken, en is openbaar gemaakt op 9 december 2020. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.