ECLI:NL:RBDHA:2020:15121

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 november 2020
Publicatiedatum
7 september 2021
Zaaknummer
AWB 20/193
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak na uitspraak op beroep

Op 26 november 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en een Nigeriaanse verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. G.J. Dijkman. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een beroep tegen de intrekking van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, die was ingetrokken met terugwerkende kracht per 9 augustus 2019. Daarnaast was aan de verzoeker een terugkeerbesluit opgelegd, waarbij hij Nederland binnen vier weken moest verlaten.

De verzoeker had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de Staatssecretaris, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard. Vervolgens heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 26 november 2020 is het beroep behandeld, en de voorzieningenrechter heeft in een andere zaak (AWB 20/192) uitspraak gedaan. Aangezien er inmiddels op het beroep was beslist, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. C.M. Dijksterhuis en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 20/193

uitspraak van de voorzieningenrechter van 26 november 2020 in de zaak tussen

[verzoeker] , geboren op [1992] , van Nigeriaanse nationaliteit, verzoeker
V-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. G.J. Dijkman),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. H.J. Metselaar).

Procesverloop

Bij besluit van 22 oktober 2019 (het primaire besluit) heeft verweerder de aan verzoeker verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking ‘tijdelijke humanitaire gronden’ ingetrokken met terugwerkende kracht met ingang van 9 augustus 2019. Daarnaast is aan verzoeker een terugkeerbesluit opgelegd en is bepaald dat hij Nederland binnen een termijn van vier weken moet verlaten.
Bij besluit van 12 december 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van verzoeker ongegrond verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting in de beroepszaak (AWB 20/192) heeft plaatsgevonden op 26 november 2020. Verzoeker heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer AWB 20/192, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.M. Dijksterhuis, (voorzieningen)rechter, in aanwezigheid van L.S. Lodder, griffier. De beslissing is uitgesproken op 26 november 2020 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.