ECLI:NL:RBDHA:2020:15114
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugkeerbesluit en inreisverbod opgelegd aan Albanese vreemdeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 december 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een Albanese eiser en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser had beroep ingesteld tegen een terugkeerbesluit en een inreisverbod dat op 22 oktober 2019 door de verweerder was opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser de Europese Unie onmiddellijk moest verlaten, omdat er een risico bestond dat hij zich aan het toezicht zou onttrekken. Dit risico werd onderbouwd door de omstandigheden waaronder de eiser was aangetroffen tijdens een poging tot illegale uitreis naar Groot-Brittannië. De rechtbank oordeelde dat de verweerder terecht had geconcludeerd dat er geen bijzondere omstandigheden waren die het inreisverbod konden verkorten. De eiser had niet aangetoond dat hij familie in de EU had die hij wilde bezoeken, en zijn stelling dat hij vrijwillig Nederland wilde verlaten, deed niets af aan de gronden voor het inreisverbod. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.