ECLI:NL:RBDHA:2020:15107

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 december 2020
Publicatiedatum
3 september 2021
Zaaknummer
NL20.19734
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublinverordening

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 december 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, die een V-nummer heeft, had op 13 november 2020 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Echter, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk volgens de Dublinverordening verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag.

De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 1 december 2020, maar de verzoeker en zijn gemachtigde waren niet aanwezig. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting werd ook de zaak NL20.19733 behandeld, die verband hield met het beroep van de verzoeker.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak in de aanverwante zaak NL20.19733, er geen noodzaak meer was voor het treffen van een voorlopige voorziening. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Amersfoort Bestuursrecht zaaknummer: NL20.19734
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [v-nummer]

(gemachtigde: mr. J.C.A. Koen), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. Y. Rikken).

Procesverloop

Bij besluit van 13 november 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, samen met de behandeling van de zaak NL20.19733, plaatsgevonden op 1 december 2020. Verzoeker en zijn gemachtigde hebben laten weten niet aanwezig te zullen zijn bij de zitting. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL20.19733, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J.M. Mol, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. T.R. Oosterhoff-Vos, griffier.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
08 december 2020
en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
Mr. P.J.M. Mol T.R. Vos
Rechter Griffier
Rechtbank Midden-Nederland Rechtbank Midden-Nederland
Documentcode: [documentcode]
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.