ECLI:NL:RBDHA:2020:14991

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 november 2020
Publicatiedatum
17 augustus 2021
Zaaknummer
NL20.18609
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 18 november 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, een Braziliaanse, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 13 november 2020, waar verzoekster werd bijgestaan door haar gemachtigde, is het verzoek behandeld. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gezien de uitspraak in de aanverwante zaak NL20.18608, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, in aanwezigheid van griffier mr. S.J. van Ravenhorst, en is op dezelfde dag bekendgemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.18609

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster] , verzoekster

V-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. P.J.Ph. Dietz de Loos),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. J.A.C.M. Prins).

Procesverloop

Bij besluit van 21 oktober 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van het beroep (NL20.18608), plaatsgevonden op 13 november 2020. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen M.J. Victor Hugo Magalhaes. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Verzoekster stelt dat zij de Braziliaanse nationaliteit heeft en dat zij is geboren op
[1988] .
Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL20.18608, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, voorzieningenrechter, in aanwezigheid vanmr. S.J. van Ravenhorst, griffier. De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op
18 november 2020 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.