Overwegingen
1. Eiseres stelt dat zij de Braziliaanse nationaliteit heeft en dat zij is geboren op
[1988] . Eiseres legt aan haar asielaanvraag ten grondslag dat zij in Brazilië in aanraking is gekomen met de maffia. Onder invloed van drugs werd zij jarenlang gedwongen om in de prostitutie te werken. Volgens eiseres zal zij na terugkeer in Brazilië worden gefolterd en vermoord door de maffia. Zij beweert geen hulp of bescherming van de Braziliaanse autoriteiten te zullen krijgen.
2. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
- nationaliteit, identiteit en herkomst;
Verweerder vindt beide elementen geloofwaardig.
Bij het bestreden besluit heeft verweerder de asielaanvraag van eiseres afgewezen als kennelijk ongegrond op grond van artikel 31 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) jo. artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder b en h, van de Vw. Verweerder heeft erop gewezen dat Brazilië als veilig land van herkomst is aangemerkt. Volgens verweerder heeft eiseres niet aannemelijk gemaakt dat dit specifiek in haar geval anders is. Verder heeft verweerder aan eiseres geen uitstel van vertrek verleend op grond van artikel 64 van de Vw.
Bekendmaking bestreden besluit
3. Eiseres stelt dat het bestreden besluit niet op de juiste wijze aan haar bekend is gemaakt. Als gevolg hiervan zijn de rechtsgevolgen van dit besluit niet in werking getreden. Het bestreden besluit is immers alleen toegezonden aan haar gemachtigde en is niet aan haar in persoon uitgereikt. Volgens eiseres is het onacceptabel dat verweerder de verantwoordelijkheid voor uitreiking van het besluit bij haar gemachtigde legt.
4. De rechtbank oordeelt als volgt. Voor de situatie zoals hier aan de orde, is artikel
3.109ca, elfde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb) van belang. Hierin is vermeld dat
“de beschikking wordt (…) bekendgemaakt door uitreiking of toezending ervan.”Het Vb en de wetsgeschiedenis geven geen aanknopingspunten voor het standpunt van eiseres dat de uitreiking of toezending van de beschikking slechts op geldige wijze is geschiedt, indien die uitreiking of toezending aan de belanghebbende heeft plaatsgevonden. Voor de vraag of sprake is van een geldige uitreiking of toezending, dient aansluiting te worden gevonden in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Uit artikel 2:1 jo. artikel 6:17 van de Awb en de wetsgeschiedenis vloeit voort dat het optreden van een gemachtigde tot gevolg heeft dat het contact met een belanghebbende in beginsel via de gemachtigde loopt. Dit impliceert onder meer dat wanneer verweerder een besluit aan de gemachtigde toezendt, er sprake is van een bekendmaking op de voorgeschreven wijze. Hiervoor is niet doorslaggevend of het besluit (daarnaast ook) aan de belanghebbende zelf is uitgereikt of toegezonden.De beroepsgrond faalt dus.
Veilig land van herkomst - algemene situatie
5. Verweerder heeft Brazilië geplaatst op de nationale lijst van landen die als veilig land van herkomst kunnen worden aangemerkt, met dien verstande dat in individuele zaken bijzondere aandacht dient te worden geschonken aan LHBTI. De motivering hiervoor is opgenomen in de brief van verweerder aan de Tweede Kamer van 24 april 2017 (Kamerstukken II 2016/17, 19637 nr. 2314) met bijbehorende bijlage. In deze brief is verwezen naar rapporten van verschillende internationale organisaties. Op
30 september 2020 heeft een herbeoordeling van de situatie in Brazilië plaatsgevonden. Verweerder heeft LHBTI’s toen als uitzonderingsgroep aangewezen. (Kamerstukken II 2019/20, 19637, nr. 2664).
6. Tussen partijen is niet in geschil dat Brazilië in het algemeen als veilig land van herkomst kan worden beschouwd.
7. Eiseres voert aan dat zij, gelet op de omstandigheid dat zij is uitgebuit als prostituee in Brazilië, door verweerder op dezelfde manier behandeld moet worden als LHBTI. In Brazilië wordt volgens haar immers geen onderscheid gemaakt tussen LHBTI en prostituees. Eiseres heeft ter zitting toegelicht dat dit een feit van algemene bekendheid is.
8. Naar het oordeel van de rechtbank is uit de in rechtsoverweging 5 genoemde bronnen niet te herleiden dat het een feit van algemene bekendheid is dat in Brazilië door de autoriteiten en in de samenleving geen onderscheid wordt gemaakt tussen prostituees en LHBTI’s. Eiseres heeft dan ook onvoldoende gemotiveerd dat in het kader van de beoordeling of Brazilië een veilig land van herkomst is, prostituees op één lijn geplaatst moeten worden met LHBTI’s. Voor de stelling van eiseres dat verweerder prostituees ten onrechte niet als uitzonderingsgroep heeft aangemerkt, is dan ook geen grond. De beroepsgrond slaagt niet.
Veilig land van herkomst - persoonlijke situatie
9. Eiseres stelt dat verweerder ten onrechte overweegt dat van haar verwacht mag worden dat zij eerst alle middelen voor bescherming van de Braziliaanse autoriteiten uitput. Zij meent dat zij van die autoriteiten geen bescherming kan krijgen. De autoriteiten zijn namelijk geïnfiltreerd door de maffia en het is nu juist die maffia waarvoor eiseres gevlucht is.
10. De rechtbank oordeelt als volgt. In de omstandigheid dat Brazilië door verweerder is aangemerkt als een veilig land van herkomst, ligt de notie vervat dat vreemdelingen afkomstig uit Brazilië geen internationale bescherming nodig hebben tegen vervolging en tegen onmenselijke behandeling. Deze vreemdelingen worden in beginsel geacht op effectieve wijze bescherming te kunnen krijgen van de Braziliaanse autoriteiten. Van deze algemene notie wordt slechts afgeweken, als eiseres aannemelijk kan maken dat Brazilië in haar specifieke geval toch niet veilig is. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich op het standpunt mogen stellen dat eiseres hierin niet is geslaagd. Verweerder heeft terecht aangevoerd dat eiseres niet heeft onderbouwd dat de infiltratie van de Braziliaanse autoriteiten door de maffia van dien aard is, dat het voor eiseres gevaarlijk of op voorhand zinloos is om zich voor hulp en bescherming tot die autoriteiten te wenden. Deze beroepsgrond slaagt evenmin.
11. Verweerder heeft eiseres dus mogen tegenwerpen dat zij afkomstig is uit een veilig land van herkomst. Al op basis hiervan heeft verweerder de aanvraag als kennelijk ongegrond mogen afwijzen. De rechtbank laat daarom de bespreking van de grond dat eiseres niet zo spoedig mogelijk na haar inreis in Nederland zich voor bescherming tot de Nederlandse autoriteiten heeft gewend achterwege.
Medische situatie - artikel 64 van de Vw
12. Eiseres voert aan dat zij medische stukken heeft ingebracht. Hieruit blijkt van haar psychische en lichamelijke klachten. Volgens eiseres is verweerder ten onrechte zonder nader medisch onderzoek te verrichten tot de conclusie gekomen dat geen sprake is van een medische noodsituatie en dat de noodzakelijke behandeling in Brazilië herkomst beschikbaar is.
13. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich op het standpunt mogen stellen dat uit de medische stukken die eiseres heeft ingebracht niet blijkt dat eiseres onder medische behandeling staat of dat zij niet in staat is om te reizen. Verweerder heeft daarom geen nader onderzoek hoeven (laten) verrichten. Daar komt bij dat eiseres niet bij benadering heeft kunnen aangeven wanneer zij de beschikking zal krijgen over nader door haar opgevraagde medische documentatie. In deze omstandigheid heeft verweerder geen aanleiding hoeven zien om de asielaanvraag in de verlengde procedure te behandelen. Ook heeft verweerder geen aanleiding hoeven zien om eiseres op grond van artikel 64 van de Vw uitstel van vertrek te verlenen.
Terugkeerbesluit en inreisverbod
14. Gelet op wat hiervoor is geoordeeld ziet de rechtbank geen aanleiding om eiseres te volgen in haar stelling dat het terugkeerbesluit en inreisverbod moeten worden vernietigd.
15. Wat eiseres heeft aangevoerd leidt gelet op het voorgaande niet tot het oordeel dat het bestreden besluit onrechtmatig is. De aanvraag is terecht afgewezen als kennelijk ongegrond. Het beroep is ongegrond.
16. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.