ECLI:NL:RBDHA:2020:14944
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vergoeding van proceskosten in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 september 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om vergoeding van proceskosten door de verzoeker, die vertegenwoordigd werd door mr. K. Yousef. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door M.J. Roeloffzen, was de verweerder. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker op 10 februari 2020 beroep heeft ingesteld omdat verweerder niet tijdig had beslist op zijn aanvraag. Op 15 juni 2020 heeft verweerder alsnog een beslissing genomen, waarna verzoeker zijn beroep heeft ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder de proceskosten moet vergoeden, omdat de beslissing pas na het indienen van het beroep is genomen. De rechtbank heeft de vergoeding vastgesteld op € 262,50, rekening houdend met het feit dat verzoeker een professionele juridische hulpverlener heeft ingeschakeld. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat dit in deze zaak niet nodig was volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, rechter, in aanwezigheid van M. Bos, griffier. De uitspraak is niet op een openbare zitting gedaan vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat mogelijk is.