ECLI:NL:RBDHA:2020:14906
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard wegens internationale bescherming in Denemarken
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 november 2020 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, van Syrische nationaliteit, had op 14 juli 2020 een asielaanvraag ingediend in Nederland. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid verklaarde deze aanvraag echter niet-ontvankelijk, omdat eiseres al internationale bescherming had gekregen van de Deense autoriteiten. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 2 november 2020, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde en een tolk, werd het standpunt van de verweerder besproken. De rechtbank heeft overwogen dat de asielaanvraag van eiseres terecht niet-ontvankelijk is verklaard op basis van artikel 30a van de Vreemdelingenwet 2000, omdat eiseres een sterke band heeft met Denemarken, waar zij al een verblijfsvergunning had gekregen. De rechtbank concludeert dat de verweerder niet verplicht is om nader onderzoek te doen naar de status van de aanvraag van eiseres voor verlenging van haar verblijfsvergunning in Denemarken. Eiseres heeft niet voldoende onderbouwd dat zij in Denemarken in een onveilige situatie zal komen, en de rechtbank volgt haar niet in haar stelling dat de lange duur van de verlengingsprocedure een indicatie is dat zij zal worden teruggestuurd naar Syrië. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.