ECLI:NL:RBDHA:2020:14875
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- R.J.A. Schaaf
- E. Kersten
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 oktober 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. G.H.P. Buren, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door H.J. Metselaar, was afgewezen als kennelijk ongegrond. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 30 september 2020, maar verzoeker en zijn gemachtigde zijn niet verschenen. De Staatssecretaris heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting is ook de behandeling van een andere zaak, NL20.17007, aan de orde gekomen. In die zaak heeft de rechtbank het beroep van verzoeker niet-ontvankelijk verklaard, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening is komen te vervallen.
De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is bekendgemaakt op 8 oktober 2020 en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.