ECLI:NL:RBDHA:2020:14873

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 oktober 2020
Publicatiedatum
22 juni 2021
Zaaknummer
NL20.16766
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 oktober 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, was niet verschenen op de zitting van 30 september 2020, waar de zaak samen met een andere zaak werd behandeld. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had eerder de aanvraag van de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard. De voorzieningenrechter overwoog dat, gezien de uitspraak in de andere zaak (NL20.16765), er geen noodzaak meer was voor een voorlopige voorziening. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens werd er geen proceskostenveroordeling opgelegd, omdat daarvoor geen aanleiding bestond. De uitspraak werd bekendgemaakt op 8 oktober 2020.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL20.16766
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. H.A. Limonard), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: H.J. Metselaar).

Procesverloop

Bij besluit van 10 september 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL20.16765, plaatsgevonden op 30 september 2020. Verzoeker en zijn gemachtigde zijn, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL20.16765, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E. Kersten, griffier.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
08 oktober 2020

Documentcode: [documentcode]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.