Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 september 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een vreemdeling, eiser, die de Egyptische nationaliteit claimt. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 23 augustus 2020 de maatregel van bewaring opgelegd op basis van artikel 59a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. De maatregel van bewaring werd op 28 augustus 2020 opgeheven, waardoor de rechtbank zich moest buigen over de vraag of eiser recht heeft op schadevergoeding voor de periode van bewaring.
Tijdens de zitting op 31 augustus 2020 heeft eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. G. Ocak, verklaard dat hij zijn paspoort op zee is verloren en dat hij momenteel dakloos is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Staatssecretaris voldoende gronden had om de maatregel van bewaring op te leggen, met name op basis van de Dublinverordening en het risico dat eiser zich aan het toezicht zou onttrekken. De rechtbank heeft de bewaringsgronden onder 3a en 4c als voldoende beschouwd om de maatregel te rechtvaardigen, en heeft de overige gronden niet verder besproken.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep van eiser ongegrond is en heeft het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter mr. J.G. Nicholson en is openbaar gemaakt op 3 september 2020. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.