ECLI:NL:RBDHA:2020:14767
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak
In de zaak met zaaknummer NL20.17265 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 16 oktober 2020 uitspraak gedaan. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. Th.H. Meeuwis, had een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening in te stellen tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 22 september 2020 had besloten de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling te nemen. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 6 oktober 2020, waarbij de voorzieningenrechter de zaak samen met een andere zaak (NL20.17264) behandelde. Na de behandeling heeft de rechtbank in de hoofdzaak uitspraak gedaan en het beroep van verzoeker ongegrond verklaard. Hierdoor was er geen grond meer voor het treffen van een voorlopige voorziening, wat leidde tot de afwijzing van het verzoek.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en bekendgemaakt op 16 oktober 2020. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.