ECLI:NL:RBDHA:2020:14621
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewaring en voortduren van de maatregel in het bestuursrechtelijke beroep van een Chinese nationaliteit houdende eiseres tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 december 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk beroep van een eiseres van Chinese nationaliteit tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiseres was in bewaring gesteld op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring rechtmatig is en dat er zicht op uitzetting aanwezig is. Eiseres heeft aangevoerd dat er geen redelijk vooruitzicht op uitzetting naar China is, en dat verweerder onvoldoende actie onderneemt om haar uit te zetten. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de omstandigheden rondom de COVID-19 pandemie en de verscherpte toelatingseisen van de Chinese autoriteiten de vertraging in de uitzetting verklaren. De rechtbank heeft ook verwezen naar eerdere uitspraken waarin de rechtmatigheid van de bewaring is bevestigd. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard, waarbij zij heeft geoordeeld dat er geen feiten of omstandigheden zijn die aanleiding geven om de maatregel van bewaring op te heffen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is geen rechtsmiddel tegen deze uitspraak open.