ECLI:NL:RBDHA:2020:14567

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 oktober 2020
Publicatiedatum
7 april 2021
Zaaknummer
NL20.17157, NL20.17158 en NL20.17159
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoeken om voorlopige voorzieningen in asielzaken

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op de verzoeken om voorlopige voorzieningen van een aantal verzoekers die asiel aanvragen. De verzoekers, waaronder twee minderjarigen, hadden aanvragen ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 7 september 2020 als kennelijk ongegrond zijn afgewezen. Hierop hebben de verzoekers beroep ingesteld en verzocht om voorlopige voorzieningen.

De zitting vond plaats op 30 september 2020, waar de verzoekers, bijgestaan door hun gemachtigde mr. T. Bruinsma, aanwezig waren. De Staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde H.J. Metselaar. Tijdens de zitting is ook een tolk, M.O. Salim, aanwezig geweest om de communicatie te faciliteren.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er inmiddels een uitspraak is gedaan op de beroepen van de verzoekers, waardoor het niet meer nodig is om voorlopige voorzieningen te treffen. De verzoeken om voorlopige voorzieningen zijn dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, in aanwezigheid van griffier mr. E. Kersten, en is op 16 oktober 2020 openbaar gemaakt.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht
zaaknummers: NL20.17157, NL20.17158 en NL20.17159
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen [verzoeker], V-nummer [V-nummer] , verzoeker
[verzoekster], V-nummer: [V-nummer] , verzoekster
mede ten behoeve van
[minderjarige 1], V-nummer: [V-nummer] , en
[minderjarige 2], V-nummer: [V-nummer] ,
hierna tezamen: verzoekers, (gemachtigde: mr. T. Bruinsma),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: H.J. Metselaar).

Procesverloop

Bij besluiten van 7 september 2020 heeft verweerder de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoekers hebben tegen deze besluiten beroepen ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorzieningen te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaken NL20.16820, NL20.16821 en NL20.16822 plaatsgevonden op 30 september 2020. Verzoekers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Als tolk is verschenen M.O. Salim.
Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Het is daarom niet meer nodig om voorlopige voorzieningen te treffen. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorzieningen af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E. Kersten, griffier.
zaaknummers: NL20.17157, NL20.17158 en NL20.17159 2
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
16 oktober 2020

Documentcode: [documentcode]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.