ECLI:NL:RBDHA:2020:14517
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na niet-ontvankelijk verklaring
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 16 oktober 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De zaak betreft een asielaanvraag van de verzoeker, die door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 14 september 2020 niet-ontvankelijk was verklaard. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 6 oktober 2020 via Skype for Business, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. R.S. Sewdajal, en de verweerder werd vertegenwoordigd door mr. N. Hamzaoui.
De rechtbank heeft in de hoofdzaak uitspraak gedaan en het beroep van verzoeker ongegrond verklaard. Aangezien de hoofdzaak ongegrond is verklaard, is er geen grond meer voor het treffen van een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 16 oktober 2020 en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.