Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Beslissing
Overwegingen
mr. E.F. Bethlehem, rechter, in aanwezigheid vanmr. S. Zohrabian, griffier.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 oktober 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, had deze aanvraag niet in behandeling genomen, met als argument dat Spanje verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 29 oktober 2020 is het procesverloop besproken. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen geschil bestond over de verantwoordelijkheid van Spanje volgens de Dublinverordening. De enige vraag die ter beoordeling stond, was of de staatssecretaris ten onrechte geen toepassing had gegeven aan artikel 17 van de Dublinverordening, dat bijzondere, individuele omstandigheden kan inroepen om af te wijken van de standaardverantwoordelijkheid.
Eiser voerde aan dat er bijzondere omstandigheden waren, die zouden blijken uit een uitzettingsbevel. De rechtbank oordeelde echter dat het uitzettingsbevel niet meer van toepassing was, aangezien Spanje de claim had geaccepteerd. Eiser mocht terug naar Spanje, waar zijn asielaanvraag in overeenstemming met de Europese verplichtingen behandeld zou worden. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris in redelijkheid geen bijzondere omstandigheden had hoeven aanmerken en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door rechter E.F. Bethlehem, in aanwezigheid van griffier S. Zohrabian.