ECLI:NL:RBDHA:2020:14389

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 september 2020
Publicatiedatum
9 maart 2021
Zaaknummer
NL20.15818
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op grond van veilig land van herkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 september 2020 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Algerijnse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen als kennelijk ongegrond. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat eiser afkomstig was uit Algerije, dat door de overheid als een veilig land van herkomst werd aangemerkt. Eiser heeft beroep ingesteld tegen deze afwijzing en voerde aan dat Algerije niet langer als veilig land van herkomst kan worden beschouwd, onderbouwd met een recent reisadvies van het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Tijdens de zitting op 3 september 2020 is eiser niet verschenen, maar zijn gemachtigde was wel aanwezig. De rechtbank heeft overwogen dat het reisadvies, dat gericht is op Nederlanders die naar Algerije reizen, niet voldoende bewijs levert dat de situatie in Algerije voor Algerijnse burgers is verslechterd. De rechtbank concludeert dat de beroepsgrond van eiser niet slaagt, omdat er geen nieuwe feiten zijn die de status van Algerije als veilig land van herkomst in twijfel trekken. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M. Ramsaroep, rechter, en mr. C. ten Klooster, griffier, en is bekendgemaakt op 8 september 2020.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Amersfoort Bestuursrecht zaaknummer: NL20.15818
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser

V-nummer: [V-nummer] (gemachtigde: mr. O.C. Bondam),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. N. Jansen).

Procesverloop

Bij besluit van 19 augustus 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder onder meer de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene asielprocedure afgewezen als kennelijk ongegrond op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder a, b en h van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van het door eiser
ingediende verzoek, geregistreerd onder het zaaknummer NL20.15819, plaatsgevonden op 3 september 2020. Eiser en zijn gemachtigde zijn, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Eiser stelt de Algerijnse nationaliteit te hebben en te zijn geboren op [geboortedatum] 1979.
Aan het bestreden besluit heeft verweerder ten grondslag gelegd dat eiser uit een veilig land van herkomst komt en dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat Algerije in het algemeen en ten aanzien van eiser persoonlijk zijn verdragsverplichtingen niet nakomt
Eiser heeft in beroep aangevoerd dat verweerder Algerije niet meer als veilig land van herkomst kan aanmerken. Ter motivering van dit standpunt verwijst eiser naar het meest actuele reisadvies van het ministerie van Buitenlandse Zaken van 27 augustus 2020. Voor eiser geldt des te meer dat Algerije niet meer als veilig kan worden aangemerkt omdat hij leeft en slaapt op straat. Hij vreest overvallen, beroofd en mishandeld te worden.
4. De rechtbank begrijpt de beroepsgrond van eiser zó dat uit het reisadvies moet worden afgeleid dat Algerije (voor hem)
niet langerals veilig land van herkomst kan worden aangemerkt.
5. De rechtbank is van oordeel dat deze beroepsgrond niet slaagt. Daartoe overweegt de rechtbank het volgende. Voorop wordt gesteld dat het reisadvies is opgesteld in het kader van consulaire hulpverlening en een advies is aan Nederlanders die naar Algerije reizen. Uit het reisadvies, waarin Nederlanders voor bepaalde risico’s in bepaalde gebieden in Algerije worden gewaarschuwd, kan niet worden afgeleid dat de (veiligheids)situatie in Algerije voor de burgers van Algerije is verslechterd sinds de herbeoordeling van Algerije als veilig land van herkomst van 11 juni 2018. Daarom kan eisers stelling dat Algerije niet langer als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt, niet worden onderschreven. Hieraan doet niet af dat eiser in Algerije op straat leeft en slaapt.
6. Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het beroep ongegrond is.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Ramsaroep, rechter, in aanwezigheid van mr. C. ten Klooster, griffier.
Als gevolg van maatregelen rondom het Coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
De uitspraak is gedaan en bekendgemaakt op:
08 september 2020

Documentcode: [documentnummer]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.