ECLI:NL:RBDHA:2020:14325
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Ramsaroep
- E. Kersten
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielprocedure
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 27 augustus 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielprocedure. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. A. Heida, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. A. Hadfy Kovacs, afgewezen bij besluit van 20 juli 2020, omdat deze als kennelijk ongegrond werd beschouwd.
Verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 19 augustus 2020, waarbij verzoeker niet zelf aanwezig was, maar vertegenwoordigd werd door mr. W.A. Berghuis. De rechtbank heeft het beroep, geregistreerd onder het zaaknummer NL20.14365, niet-ontvankelijk verklaard. Gezien deze beslissing in de hoofdzaak, was er geen grond voor het treffen van de gevraagde voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is gedaan door mr. M. Ramsaroep, in aanwezigheid van griffier mr. E. Kersten. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is. De uitspraak is bekendgemaakt op 27 augustus 2020.