ECLI:NL:RBDHA:2020:14319

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 augustus 2020
Publicatiedatum
26 februari 2021
Zaaknummer
NL20.14434
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel en verzoek om voorlopige voorziening

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 27 augustus 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. G. van Reemst, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde asielprocedure. Deze aanvraag was door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. A. Hadfy Kovacs, afgewezen bij besluit van 16 juli 2020, omdat deze als kennelijk ongegrond werd beschouwd.

Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 19 augustus 2020, waarbij verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk. De voorzieningenrechter heeft het beroep gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, wat betekent dat de Staatssecretaris een nieuw besluit op de aanvraag van verzoeker moet nemen.

De voorzieningenrechter heeft ook het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen, wat inhoudt dat verzoeker niet uit Nederland mag worden verwijderd totdat er een beslissing op zijn aanvraag is genomen. Daarnaast is de Staatssecretaris veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van verzoeker, vastgesteld op € 525,-. Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Ramsaroep, in aanwezigheid van griffier mr. E. Kersten. Vanwege coronamaatregelen is de uitspraak niet openbaar uitgesproken, maar zal dit alsnog gebeuren zodra dat weer mogelijk is.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL20.14434
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. G. van Reemst), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. A. Hadfy Kovacs).

Procesverloop

Bij besluit van 16 juli 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde asielprocedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van het door verzoeker ingediende beroep, geregistreerd onder het zaaknummer NL20.14433, plaatsgevonden op 19 augustus 2020. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk in de bron- en doeltalen Nederlands en Amhaars is verschenen N. Fictoor. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag heeft de rechtbank het beroep
,geregistreerd onder het zaaknummer NL20.14433, gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd. Verweerder dient een nieuw besluit op de aanvraag van verzoeker te nemen.
Gelet op de uitkomst van de bodemzaak en gezien het tegen verzoeker uitgevaardigde terugkeerbesluit van 12 juni 2015 ziet de voorzieningenrechter aanleiding om het verzoek toe te wijzen.
Omdat de voorzieningenrechter het verzoek toewijst, veroordeelt de voorzieningenrechter verweerder in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de
door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 525,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde per punt van € 525,- en een wegingsfactor 1). In de kosten voor het verschijnen ter zitting van de gemachtigde van verzoeker is verweerder in de uitspraak op het beroep van verzoeker veroordeeld.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • wijst het verzoek om een voorlopige voorziening te treffen toe;
  • verbiedt verweerder verzoeker uit Nederland te verwijderen totdat op zijn aanvraag is beslist;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 525,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Ramsaroep, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E. Kersten, griffier.
Als gevolg van maatregelen rondom het Coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
27 augustus 2020

Documentcode: [documentcode]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.