Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Beschikking van de meervoudige kamer
Afwijzing spoedvoorziening voorlopige ondertoezichtstelling
de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Haaglanden (verder: de Raad),
- [minderjarige 1]geboren op
6 september 2005 te [geboorteplaats 1] , Egypte, verder: [minderjarige 1] , en - [minderjarige 2] ,geboren op
13 juli 2011 te [geboorteplaats 2] , Egypte, verder: [minderjarige 2] .
[Y]
[X] ,
Het procesverloop
- de vader, bijgestaan door zijn advocaten mr. M.M. van Maanen en mr. M.Q.M. Mosk en een tolk;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat en een tolk;
- de bijzondere curator, [naam]
- namens de Raad voor de Kinderbescherming mevrouw [medewerker RvdK]
voorwaardelijk, in het geval de rechtbank het verzoek tot teruggeleiding toewijst, een voorlopige voogdij uit te spreken.
21 september 2020.
Verzoek en verweer
- [minderjarige 1] en [minderjarige 2] zijn met de moeder vanuit Egypte naar Nederland gekomen en hebben sinds augustus 2018 geen contact meer met de vader;
- [minderjarige 1] en [minderjarige 2] hebben mogelijk onveilige situaties gekend in de contacten die zij met de vader hebben gehad;
- [minderjarige 1] en [minderjarige 2] benoemen een zwart/witbeeld, namelijk bij de moeder en haar partner in Nederland is alles goed, terwijl de vader negatief wordt neergezet;
- [minderjarige 1] en [minderjarige 2] kunnen problemen krijgen met hun zelfbeeld, identiteitsontwikkeling en in het aangaan van relaties;
- [minderjarige 1] heeft volgens de moeder EMDR ontvangen vanwege trauma;
- [minderjarige 2] heeft volgens de moeder gesprekken gehad met een psychologe;
- ouders strijden met elkaar en zijn niet in staat om naar oplossingen te zoeken in het belang van de kinderen.