Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
verzoeker V-nummer: [V-nummer]
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, op 17 juli 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om vergoeding van proceskosten door verzoeker, vertegenwoordigd door mr. A. Agayev, tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door K. van der Heijden. Verzoeker had op 6 mei 2020 beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig had beslist op zijn aanvraag. Na een beslissing van verweerder op 22 mei 2020 heeft verzoeker zijn beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft in overweging genomen dat partijen niet voor een zitting worden uitgenodigd, omdat dit in deze zaak niet nodig is, conform artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder bereid is de proceskosten van verzoeker te vergoeden tot een bedrag van € 262,50, maar meent dat een wegingsfactor “licht” van toepassing is, aangezien het beroep enkel betrekking heeft op het niet tijdig nemen van een besluit zonder materiële beoordeling van het geschil. De rechtbank heeft geoordeeld dat verzoeker recht heeft op een vergoeding van de proceskosten, omdat verweerder pas na het indienen van het beroep een beslissing heeft genomen. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld tot betaling van € 262,50 aan verzoeker, met de opmerking dat deze uitspraak niet op een openbare zitting is gedaan vanwege coronamaatregelen, maar alsnog openbaar zal worden uitgesproken zodra dat mogelijk is.