In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 26 oktober 2020 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen een werkgever en een werkneemster. De werkgever, een vennootschap onder firma die kleding verkoopt onder de naam 'Style Italy', verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van verwijtbaar handelen van de werkneemster. De werkneemster, die als Shop Manager werkzaam was, had een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die na afloop stilzwijgend was voortgezet. De werkgever stelde dat de werkneemster leugenachtig had verklaard in een eerdere procedure, wat leidde tot een verstoorde arbeidsrelatie.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werkgever niet kon bewijzen dat de werkneemster leugenachtig had gehandeld. Wel erkenden beide partijen dat de arbeidsverhouding duurzaam verstoord was. De kantonrechter heeft daarom het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst op subsidiaire grond toegewezen en de arbeidsovereenkomst ontbonden met ingang van 1 december 2020. Tevens werd de werkgever veroordeeld tot betaling van een resterend bedrag aan transitievergoeding aan de werkneemster.
Daarnaast heeft de werkneemster een tegenverzoek ingediend tot loondoorbetaling voor de maanden juni tot en met september 2020, welke door de kantonrechter werd toegewezen. De kantonrechter heeft de werkgever, samen met de vennoten van de vennootschap, hoofdelijk veroordeeld tot betaling van het loon, vermeerderd met een wettelijke verhoging. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten droeg.