Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 november 2020 in de zaak tussen
[eiser] , eiser, V-nummer [V-nummer]
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
3. Eiser kan zich niet verenigen met het bestreden besluit en voert hiertoe het volgende aan. Verweerder heeft in het kader van artikel 8 van het EVRM ten onrechte volstaan met een summiere belangenafweging. De bijzondere individuele omstandigheden van eiser zijn door verweerder ten onrechte niet betrokken bij de beslissing, ondanks dat deze nopen tot afwijken van de beleidsregels. Zo is eiser gediagnosticeerd met schizofrenie, waarvoor hij wordt behandeld en medicijnen gebruikt. Verder is een risico aanwezig op een terugval in het gebruik van verdovende middelen. Op korte termijn zal eiser alleen gaan wonen in een beschermende woonvorm, omdat hij intensieve ondersteuning nodig heeft ten aanzien van zijn psychische klachten, huisvesting en zijn financiële schulden. Verweerder heeft voorts niet betrokken dat eiser al minimaal 3 jaar en 8 maanden een geldige verblijfsvergunning heeft gehad. Gelet op het voorgaande heeft verweerder het evenredigheidsbeginsel geschonden en is het besluit in strijd met artikel 3:4 van de Awb. Bij brief van 28 september 2020 heeft eiser een verklaring van zijn Tunesische psychiater/psychotherapeut overgelegd, waarin staat dat eiser regelmatig gevolgd en verzorgd moet worden en dit voor met onmogelijk te realiseren is in Tunesië omdat hij zijn gehele beroepsleven in Nederland heeft doorgebracht. Aanbevolen wordt eiser te laten terugkeren naar Nederland om er verzorgd te worden.