Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 november 2020 in de zaak tussen
[eiser] , eiser, V-nummer [V-nummer]
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
1 augustus 2019 dan ook geen verblijfstitel is verstrekt. De rechtbank ziet in hetgeen eiser heeft aangevoerd geen aanleiding om tot een ander oordeel te komen. Zoals onder meer volgt uit de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 21 december 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:4297), moet op grond van paragraaf B8/3.1. van de Vc 2000 in geval van aangifte van mensenhandel eerst een kennisgeving van aangifte of het verlenen van medewerking aan het strafproces mensenhandel (Model M55) door de politie of de KMar aan de IND zijn verzonden, alvorens sprake is van een aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking 'humanitair tijdelijk' in het kader van mensenhandel. Het betoog van eiser dat verweerder ten onrechte het nieuwe beleid heeft toegepast ten aanzien van zijn aanvraag kan naar het oordeel van de rechtbank dan ook niet slagen. Verweerder heeft terecht de datum van ontvangst van de kennisgeving van aangifte of het verlenen van medewerking aan het strafproces mensenhandel bepalend geacht en derhalve het nieuwe beleid van na 1 augustus 2019 en zoals opgenomen in WBV 2019/10, toegepast. Uit dit beleid volgt dat voor toewijzing van de aanvraag van belang is of het OM de aanwezigheid van de vreemdeling in Nederland noodzakelijk acht in het belang van de opsporing en vervolging van mensenhandel. Verweerder heeft, gelet op het besluit van het OM van 16 augustus 2019 tot voortijdige beëindiging waaruit blijkt dat geen vervolging wordt ingesteld inzake de aangifte mensenhandel van eiser, de aanvraag van eiser terecht afgewezen. Daarnaast staat voor de rechtbank onvoldoende vast dat toepassing van het beleid van voor 1 augustus 2019 een gunstigere uitkomst zou hebben gehad. Bij toepassing van het oude beleid zou eiser wel een (tijdelijke) verblijfsvergunning zijn verleend, maar deze zou vervolgens na de kennisgeving van het OM aangaande het sepot van de aangifte van eiser, weer zijn ingetrokken.