Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken in de zaak tussen
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
RechtsmiddelTegen deze uitspraak kunnen partijen binnen vier weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (adres: Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak, Hoger beroep vreemdelingenzaken, Postbus 16113, 2500 BC 's-Gravenhage). Naast de vereisten waaraan het beroepschrift moet voldoen op grond van artikel 6:5 van de Awb (zoals het overleggen van een afschrift van deze uitspraak) dient het beroepschrift ingevolge artikel 85, eerste lid, van de Vw 2000 een of meer grieven te bevatten. Artikel 6:6 van de Awb (herstel verzuim) is niet van toepassing. Tegen de uitspraak op het verzoek om een voorlopige voorziening staat geen rechtsmiddel open.
juridisch kader
a. die als pleegkind in Nederland wil verblijven in het gezin van één of meer Nederlanders of vreemdelingen met rechtmatig verblijf, als bedoeld in artikel 8, onder a tot en met e, dan wel l, van de Wet; en
b. die naar het oordeel van Onze Minister in het land van herkomst geen aanvaardbare toekomst heeft.
1. het buitenlandse pleegkind is een bloed- of aanverwant als bedoeld in artikel 1:3 BW van de referent;
2. a. de ouder(s) of de wettelijke vertegenwoordiger(s) van het kind stemmen in met het verblijf van het kind in het gezin van de aspirant-pleegouders; óf
b. de autoriteiten in het land van herkomst stemmen in met het verblijf van het kind in het gezin van de aspirant-pleegouders, in het geval dat de ouder(s) of de wettelijke vertegenwoordiger(s) overleden zijn of een onbekende verblijfplaats hebben; en
3. het gezag van de aspirant-pleegouder(s) over het kind is geregeld door de bevoegde autoriteiten.