ECLI:NL:RBDHA:2020:14014
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatigheid van inbeslagneming van Bandidos-parafernalia door het Openbaar Ministerie
In deze zaak vorderden de eisers, lokale chapters van de Bandidos Motorcycle Club, dat het beleid van het Openbaar Ministerie (OM) om Bandidos-parafernalia in beslag te nemen onrechtmatig was. De eisers stelden dat de inbeslagnames een inbreuk vormden op hun vrijheid van vereniging, aangezien de lokale chapters niet verboden waren. De rechtbank oordeelde dat de eisers niet-ontvankelijk waren in hun vorderingen, omdat er een beklagprocedure openstond tegen de inbeslagnames op basis van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank benadrukte dat de beklagprocedure een voldoende waarborgen biedende rechtsgang is en dat de gang naar de burgerlijke rechter in beginsel niet mogelijk is. De voorzieningenrechter volgde het verweer van de Staat en concludeerde dat de eisers niet konden aantonen dat er sprake was van bijzondere omstandigheden die een uitzondering op deze regel rechtvaardigden. De rechtbank verklaarde de eisers niet-ontvankelijk in hun vorderingen en veroordeelde hen in de proceskosten.