Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 27 februari 2019 met producties;
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie met producties;
- het tussenvonnis van 15 mei 2019 waarbij een comparitie van partijen is bevolen
- de conclusie van antwoord in reconventie van 7 november 2019;
- het proces-verbaal van comparitie van 7 november 2019;
- de berichten van beide partijen dat geen minnelijke regeling is bereikt.
2.De feiten
In geval de samenwoning anders dan door overlijden eindigt, worden de gemeenschappelijke goederen verdeeld volgens eisen van redelijkheid en billijkheid.
3.Het geschil
4.De beoordeling
in conventie en in reconventie
5.De beslissing
- de woning aan de [adres] te [plaats] zal worden verkocht via Schieland Borsboom Makelaardij, waarbij de makelaar de vraag- en laatprijs vaststelt op grond van de reële marktwaarde, met publicatie van het pand op de Funda-website en met een oplevertermijn van vier maanden na het tekenen van de koopovereenkomst dan wel een andere termijn, mits partijen die gezamenlijk vooraf zijn overeengekomen;
- partijen zijn gehouden de instructies van de makelaar in het kader van de verkoop stipt op te volgen en de kosten van de makelaar ieder bij helfte te dragen;
- beide partijen zijn verplicht mee te werken aan ondertekening van een aldus tot stand gekomen koopovereenkomst en mee te werken aan de levering van de woning en aan alle andere noodzakelijke handelingen in het kader van de verkoop;
- bij levering van de woning aan een derde zullen de op de woning rustende hypotheken uit de verkoopopbrengst worden voldaan en na aftrek van de resterende verkoopkosten zal de netto opbrengst van de woning tussen partijen bij helfte worden gedeeld;
mr. D. Nobel, rolrechter, op 25 maart 2020.