In deze civiele procedure, die diende bij de Rechtbank Den Haag, heeft eiseres DPB B.V. een vordering ingesteld tegen MNP B.V. en andere gedaagden met betrekking tot de overname van aandelen. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 8 april 2020 bepaald dat PP Beheer, ACP Beheer en [gedaagde sub 4] ieder 1/3e deel van de door DPB gehouden aandelen in MNP moeten overnemen. Tevens is MNP voorwaardelijk veroordeeld om de aandelen over te nemen, tenzij de gedaagden binnen 14 dagen in gebreke blijven. De rechtbank heeft de heer drs. G. Rooijackers benoemd als deskundige om de waarde van de aandelen te onderzoeken en te adviseren over de toepassing van de uitkeringstest volgens artikel 2:207 lid 2 BW. DPB heeft geen bezwaar gemaakt tegen de benoeming van de deskundige en is akkoord gegaan met de vragen die aan hem voorgelegd worden. MNP c.s. hebben hoger beroep ingesteld tegen het tussenvonnis, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat dit geen aanleiding geeft om de procedure aan te houden. De deskundige is opgedragen om zijn onderzoek uit te voeren en zijn bevindingen te rapporteren. De rechtbank heeft ook mr. H.J. Vetter benoemd tot rechter-commissaris, die aanwijzingen kan geven indien er vragen of problemen ontstaan tijdens het onderzoek. De rechtbank heeft verder bepaald dat DPB een voorschot van € 60.500 moet betalen voor het onderzoek van de deskundige. De zaak is aangehouden in afwachting van het deskundigenbericht.