Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
een Strafonderbreking onder voorwaarde van vertrek uit Nederland heeft aanvaard. Dat betekent dat hij bij terugkeer naar Nederland dient te worden aangehouden en dat de resterende straf alsnog ten uitvoer moet worden gelegd. Dit is de reden dat de Ambassade, ondanks het oordeel dat er een faciliterend visum kon worden verleend, het visum nog niet daadwerkelijk heeft verstrekt.
3.Het geschil
primair: de Staat te bevelen de executie van de aan [eiser] opgelegde gevangenisstraf te beëindigen, verdere executie te verbieden en de Staat te gebieden [eiser] onmiddellijk, althans binnen twee dagen, in vrijheid te stellen, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
subsidiair: de Staat te bevelen [eiser] voorwaardelijk in vrijheid te stellen op de voet van artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering (Sv).