Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 6 november 2020 in de zaak tussen
[naam eiser] , eiser,
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
ex tunctoetsing in beroep niet baten. Tussen 24 mei 2001 en 14 mei 2017 heeft eiser acht misdrijven gepleegd waarvoor hij in totaal ruim 42 maanden gevangenisstraf opgelegd heeft gekregen. Dat is omgerekend ruim drie-en-een-half jaar en een tiende deel van de duur van eisers verblijf in Nederland. Ook de aard en de ernst van de door eiser gepleegde misdrijven heeft verweerder betrokken. Verweerder heeft hierbij in aanmerking genomen dat eiser is veroordeeld voor een aantal ernstige strafbare feiten. Het gaat hierbij om ernstige geweldsmisdrijven met een combinatie van de volgende elementen: poging tot zware mishandeling; diefstal voorafgaand en gevolgd met geweld; straatroof; diefstal in vereniging en vuurwapenbezit. Daarbij heeft eiser meerdere keren de lichamelijke integriteit van het slachtoffer geschonden. Verweerder heeft ook in aanmerking genomen dat het gewelddadige karakter van de misdrijven in de loop van de jaren is toegenomen.